Tango Columns during the Corona Weeks (2020)
Nu we helaas even niet kunnen dansen, biedt TangoTalks jullie iedere week een korte muziekles aan, een persoonlijke anekdote of een ander verhaal uit de rijke tangogeschiedenis.
Nu we helaas even niet kunnen dansen, biedt TangoTalks jullie iedere week een korte muziekles aan, een persoonlijke anekdote of een ander verhaal uit de rijke tangogeschiedenis.
12 mei 2020
Mijn eerste Tango (2020)
Mijn eerste tango hoorde ik in de tijd dat ik mijn eerste 45-toerenplaatje mocht kopen: ‘Brandend Zand’ van Anneke Grönloh. Ik was acht jaar en vond het vooral belangrijk dat mijn ouders er niet naar luisterden en er niets aan vonden. Dan vond ik het extra hip en happening en dat was met dat plaatje het geval.
Het was 1962, aan de vooravond van de muzikale overgang van de jazz en dansorkesten als de Ramblers, naar de beatmuziek van de Beatles en de Rolling Stones. Mijn ouders luisterden naar Charlie Parker en Guy Béart of naar Bach en Mozart. Kortom, dodelijk saaie muziek voor een jongetje in Amsterdam dat reikhalzend uitkeek naar zijn tienertijd in de swinging sixties, al wist nog niemand dat die onderweg waren. We woonden weliswaar in een prachtig huis met een vorstelijk uitzicht op twee grachten tussen Jordaan en grachtengordel, maar het was vaak maar een duffe bedoening met die slome jazzmuziek of pianogepingel op zondagochtend. Daar kon de schittering in het water van de Prinsengracht weinig aan veranderen.
De Beatles zouden pas later dat jaar de hitladders bestormen met eerst het nogal nette ‘Love Me Do’, maar pal daarop verpletterden ze de Britse tienerjeugd met ‘Please, Please Me’, niet eerder vertoonde super-opwindende, nieuwe Engelse beatmuziek.
Alles ging toen in Nederland een stuk trager dan tegenwoordig. Terwijl de Britpop aan de overkant al explodeerde, deden wij het nog met keurige orkestbandjes en dames met nette coiffures in bloemetjesjurken.
Dus Anneke Grönloh, dat was het wel. Een Indisch meisje dat onbekommerd zong over verre stranden en tropische liefdes. Zwoele teksten van een warmbloedige zangeres uit de gordel van smaragd. Veel exotischer kon het niet, leek me toen. Dat de Tielman Brothers al jarenlang stevig aan het rocken waren met bas, drums en gitaren, in Elvis Presley-stijl, was nog niet tot me doorgedrongen, ze werden immers helemaal niet op de radio gedraaid, want veel te ruig voor het brave Nederland.
In de hitparade stonden liedjes van Cliff Richard en Johnny Hoes, Amerikaanse crooners en Duitse schlagers, vooral die waren populair.
We woonden naast buurtcafé De Westertoren waar een gigantische jukebox stond die nooit zweeg. Het complete Nederlandse hit-repertoire kwam elke avond voorbij, stampers van formaat, maar ook elke nieuwe Duitse meezinger kon rekenen op enthousiast onthaal.
In januari 1962 kwam een schlager van Gerhard Wendland binnen met stip op nummer 13. Het liedje heette ‘Tanze mit mir in den Morgen’ en dat was de eerste tango die hoorde. Slapen was toen sowieso al een uitdaging met een Westertoren aan de overkant die elk kwartier los ging met oorverdovend gebeier. Alsof het nodig was om aan te geven dat het al negen uur in de avond was, kwart over negen, half tien. Zo’n kwartier was net genoeg om ondanks het gedreun van de zoveelste keer ‘Tanze mit mir…’ bíjna in slaap te vallen, om weer op te schrikken als de oude Wester met sadistisch genoegen verkondigde dat het weer een kwartiertje later was. Half tien en ik moet morgen naar school…maar dan begint het feestgedruis opnieuw:
´Tanze mit mir in den Morgen
Tanze mit mir in das Glück…
In deinen Armen zu träumen
Ist so schön bei verliebter Musik.´
In mei van dat jaar stond het nummer op de eerste plaats van de hitparade.
‘ Mam, klaagde ik toen, ´ik kan niet slapen van die harde muziek!’ Tja, schat’ antwoordde ze, ‘dat is een tango,’ en om het helemaal tot het summum van afgrijzen te verheffen voegde ze eraan toe: ‘Een Duitse tango.’
Veel erger kon het natuurlijk niet.
De oorlog was nog vers in ieders geheugen en de verwerking ervan moest nog beginnen. Dus waar die cafégasten zo vrolijk op stonden te stampen was voor ons onbegrijpelijk. Een Duitse tango!
Ik heb nooit meer een liedje zo hardgrondig verafschuwd als ‘Tanze mit mir in den Morgen.’ Dat ik ooit nog iets met dat muziekgenre te maken zou krijgen lag bepaald niet in de lijn der verwachting.
Gelukkig kon ik me een jaar later onderdompelen in de muziek van de Beatles, die me deed vergeten dat er ooit zo iemand had bestaan als Gerhard Wendland, een afschuwelijke Schlagerzanger die me maanden van mijn slaap had beroofd met het weerzinwekkendste liedje dat ik ooit gehoord had, een Duitse Tango.
https://www.youtube.com/watch?v=n_U2a7kZuBk
‘Tanze mit mir in den Morgen‘ (1961) - Gerhard Wendland
mei 2020
Mijn eerste Tango (2020)
Mijn eerste tango hoorde ik in de tijd dat ik mijn eerste 45-toerenplaatje mocht kopen: ‘Brandend Zand’ van Anneke Grönloh. Ik was acht jaar en vond het vooral belangrijk dat mijn ouders er niet naar luisterden en er niets aan vonden. Dan vond ik het extra hip en happening en dat was met dat plaatje het geval.
Het was 1962, aan de vooravond van de muzikale overgang van de jazz en dansorkesten als de Ramblers, naar de beatmuziek van de Beatles en de Rolling Stones. Mijn ouders luisterden naar Charlie Parker en Guy Béart of naar Bach en Mozart. Kortom, dodelijk saaie muziek voor een jongetje in Amsterdam dat reikhalzend uitkeek naar zijn tienertijd in de swinging sixties, al wist nog niemand dat die onderweg waren. We woonden weliswaar in een prachtig huis met een vorstelijk uitzicht op twee grachten tussen Jordaan en grachtengordel, maar het was vaak maar een duffe bedoening met die slome jazzmuziek of pianogepingel op zondagochtend. Daar kon de schittering in het water van de Prinsengracht weinig aan veranderen.
De Beatles zouden pas later dat jaar de hitladders bestormen met eerst het nogal nette ‘Love Me Do’, maar pal daarop verpletterden ze de Britse tienerjeugd met ‘Please, Please Me’, niet eerder vertoonde super-opwindende, nieuwe Engelse beatmuziek.
Alles ging toen in Nederland een stuk trager dan tegenwoordig. Terwijl de Britpop aan de overkant al explodeerde, deden wij het nog met keurige orkestbandjes en dames met nette coiffures in bloemetjesjurken.
Dus Anneke Grönloh, dat was het wel. Een Indisch meisje dat onbekommerd zong over verre stranden en tropische liefdes. Zwoele teksten van een warmbloedige zangeres uit de gordel van smaragd. Veel exotischer kon het niet, leek me toen. Dat de Tielman Brothers al jarenlang stevig aan het rocken waren met bas, drums en gitaren, in Elvis Presley-stijl, was nog niet tot me doorgedrongen, ze werden immers helemaal niet op de radio gedraaid, want veel te ruig voor het brave Nederland.
In de hitparade stonden liedjes van Cliff Richard en Johnny Hoes, Amerikaanse crooners en Duitse schlagers, vooral die waren populair.
We woonden naast buurtcafé De Westertoren waar een gigantische jukebox stond die nooit zweeg. Het complete Nederlandse hit-repertoire kwam elke avond voorbij, stampers van formaat, maar ook elke nieuwe Duitse meezinger kon rekenen op enthousiast onthaal.
In januari 1962 kwam een schlager van Gerhard Wendland binnen met stip op nummer 13. Het liedje heette ‘Tanze mit mir in den Morgen’ en dat was de eerste tango die hoorde. Slapen was toen sowieso al een uitdaging met een Westertoren aan de overkant die elk kwartier los ging met oorverdovend gebeier. Alsof het nodig was om aan te geven dat het al negen uur in de avond was, kwart over negen, half tien. Zo’n kwartier was net genoeg om ondanks het gedreun van de zoveelste keer ‘Tanze mit mir…’ bíjna in slaap te vallen, om weer op te schrikken als de oude Wester met sadistisch genoegen verkondigde dat het weer een kwartiertje later was. Half tien en ik moet morgen naar school…maar dan begint het feestgedruis opnieuw:
´Tanze mit mir in den Morgen
Tanze mit mir in das Glück…
In deinen Armen zu träumen
Ist so schön bei verliebter Musik.´
In mei van dat jaar stond het nummer op de eerste plaats van de hitparade.
‘ Mam, klaagde ik toen, ´ik kan niet slapen van die harde muziek!’ Tja, schat’ antwoordde ze, ‘dat is een tango,’ en om het helemaal tot het summum van afgrijzen te verheffen voegde ze eraan toe: ‘Een Duitse tango.’
Veel erger kon het natuurlijk niet.
De oorlog was nog vers in ieders geheugen en de verwerking ervan moest nog beginnen. Dus waar die cafégasten zo vrolijk op stonden te stampen was voor ons onbegrijpelijk. Een Duitse tango!
Ik heb nooit meer een liedje zo hardgrondig verafschuwd als ‘Tanze mit mir in den Morgen.’ Dat ik ooit nog iets met dat muziekgenre te maken zou krijgen lag bepaald niet in de lijn der verwachting.
Gelukkig kon ik me een jaar later onderdompelen in de muziek van de Beatles, die me deed vergeten dat er ooit zo iemand had bestaan als Gerhard Wendland, een afschuwelijke Schlagerzanger die me maanden van mijn slaap had beroofd met het weerzinwekkendste liedje dat ik ooit gehoord had, een Duitse Tango.
https://www.youtube.com/watch?v=n_U2a7kZuBk
‘Tanze mit mir in den Morgen‘ (1961) - Gerhard Wendland
mei 2020
16 april 2020
RECUERDO I
“Kom René, we gaan, dit concert mogen we niet missen.” Het is 16 december 1988, we verlaten hotel Victoria in Chacabuco in de oude tangowijk San Telmo in Buenos Aires. We springen in een zwart-gele taxi en Lalo Díaz, die met Mirta Campos de Academia de Tango in Amsterdam zou oprichten legt uit waar we naar toegaan. Een openluchtconcert van Osvaldo Pugliese in de wijk waar hij is opgegroeid, dat is iets bijzonders. Een feest ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de barrio Villa Crespo, met Pugliese als plaatselijke beroemdheid. Ik had nog nooit van hem gehoord…
Ik behoorde tot een kleine groep nieuwsgierige dansers die naar Buenos Aires waren afgereisd om de bakermat van de tango te leren kennen. Nou ja, dansers…We hadden een paar workshops gevolgd in Amsterdam, ondermeer van de legendarische dansers Antonio Todaro en Pepito Avellaneda, maar wat wisten er verder van…
Een Argentijnse vriend die ik kende uit Amsterdam keek zijn ogen uit toen ik hem een keer meenam naar Canning, een tangotent waar de tijd had stil gestaan. “Wow, dit is de verdwenen wereld van mijn ouders. Ik wist niet dat dit nog bestaat. En dat uitgerekend jij mij dit moet laten zien…”
In de milonga’s zagen we nonchalante porteños op de vloer, werklui met sleutelbossen aan de riem, volkse stelletjes tegen elkaar aan geplakt en stramme heren die in militair uniform lieten zien dat generaal Videla nog niet lang geleden van het politieke toneel was verdwenen. Een bijzonder mengsel van bijna vergeten volkscultuur en onverbloemd nationalisme.
“Don Osvaldo Pugliese is een volksheld,” legt Lalo uit, “een groot tangovernieuwer die bijna de hele 20e eeuw prachtige muziek heeft gemaakt en verder trouw is gebleven aan zijn afkomst, communistisch was en als hij weer eens in de bak zat legden zijn vrienden een rode anjer op de piano om zijn afwezigheid te gedenken.”
Op de kruising van Corrientes en Scalabrini Ortiz staat een podium met piano midden op straat, maar van enige professionele apparatuur en geluidsversterking is geen sprake. Het was weer eens crisis in Argentinië en dat betekende een corte de luz, oftewel geen elektriciteit, dat wil zeggen één blok wel, het volgende blok geen stroom.
Osvaldo Pugliese
Sommige mannen klagen.”Als er een rockconcert wordt georganiseerd, is alle piekfijn in orde, maar een oude tangolegende als Pugliese wordt vergeten en in het donker gezet.”
Maar ook: “Somos todos hermanos.” Er heerst een geest van verbroedering, iedereen wacht rustig urenlang totdat er ergens met verlengsnoeren stroom is geregeld.
Het voorprogramma wordt verzorgd door de 85-jarige Sebastián Piana, beroemd tangopianist en componist van onder andere Milonga Sentimental en Milonga Triste (zie muziekles van vorige week). Op de nogal gare vleugel speelt hij onder luid applaus nummers uit zijn 60 jaar oude catalogus.
Dan betreedt de legende van Villa Crespo het toneel. Minutenlang wordt Pugliese bewierookt door een speaker die vervolgens ook alle nummers opnoemt, die de meester ons ‘zal schenken’ zoals hij pathetisch uiteenzet. Na het opsommen van de playlist moet de oude nestor de toegewijde schare fans toespreken, hoe hij altijd zijn buurt van herkomst, Villa Crespo, is trouw gebleven.
En dan begint ‘Recuerdo’, de eerste en beroemdste compositie van Pugliese die hij op 19-jarige leeftijd schreef in 1924. Een krachtige tango met opzwepende pianobegeleiding en verrassende verstillingen in het middenstuk. Don Osvaldo zorgt met zijn ritmische kanonslagen dat het stuwende karakter van het stuk niet verloren gaat. Lyrische passages afgewisseld met het octaafgeweld van de meester op het klavier. De beroemdste vier bandoneonisten van dat moment wisselen melodie af met ritmische articulatie en jagen het nummer naar de finale.
Het publiek dat in drommen in de half-duisternis om het podium staat bezwijkt bijkans van bewondering. Ik sta met een gigantische VHS-camera vooraan bij het podium vlakbij de maestro. De organisatie ging ervan uit dat zo’n joekel van een camera wel televisie moest zijn: ‘Ah…Televisión Holandesa!’ en ik word uitgenodigd om op het podium te komen.
Pugliese was de wegbereider van de Tango Nuevo en bood Astor Piazzolla de gelegenheid om jaren later zijn experimentele composities in de concertzalen te spelen. Maar voor alles bleef Don Osvaldo een bescheiden volksheld, wiens herinnering, wiensrecuerdo mede door dit bijzondere straatconcert voor mij altijd zal voortleven.
Oerversie van ´Recuerdo´ uit 1940 https://www.youtube.com/watch?v=Grr79oaLHGw
Live opname van ´Recuerdo´ , gefilmd door René Oey uit 1988
https://www.youtube.com/watch?v=FeZjWuXkMEY
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
23 april 2020
RECUERDO II
De tangowereld in Nederland ontwaakte eind jaren 80 toen de Argentijnse Tango werd geïntroduceerd en verschillende pioniers in Buenos Aires op zoek gingen naar de bron van de tango. Op mijn reis in 1988 was ik met een clubje eerste aficionadosdie geïntrigeerd werden door die eigenaardige dans, zowel in innige omhelzing gedanst, als ook in open houding met veel spectaculaire benenwerk. Onze eerste docenten waren Antonio Todaro en Pepito Avellaneda.
Antonio was een verlegen, gedistingeerde man, die weinig woorden wijdde aan de tango, maar alles wat hij kende – vele malen - liet zien en zo probeerde over te brengen. De Nederlandse dansers van de eerste generatie leerden Todaro kennen in de zomer van 1988 toen hij een aantal workshops kwam geven. Hij beschikte over een onwaarschijnlijk arsenaal passen, draaien en messcherpe gancho’s en boleo’s. Hij leerde zijn danskunst zoals hij dat in de jaren 40 en 50 zelf had geleerd. Door te kijken en te oefenen. Analytische toelichtingen hoefde je bij hem niet te verwachten, dat is nog steeds niet het sterkste punt van Argentijnse Tangodansers. Hij zei vaak: “Ojo”, (“kijk, let op“). En nog een keer en nog een keer. En als je iets had uitgeprobeerd keek je naar de meester of het ergens naar leek. Todaro kon zeggen si of no, maar het klonk met zijn nasale stemgeluid bijna hetzelfde. Of hij zei: “Ahi” dat was beter, dan spreidde hij zijn armen en was je op de goede weg.
Over tango werd dus amper gesproken, Antonio kon veel beter vertellen over zaken zoals het restaurant dat hij had gehad, “Op drukke dagen verkocht wel 50 kippen en 20 kilo vlees.” Of over auto’s, hoeveel kilometer er op de teller stond en dat soort belangrijke details. Voor veel tangodansers van het eerste uur was hun dans niet hun beroep, maar iets wat je salons in de salons praktiseerde. Overdag werkte je gewoon.
Antonio was in meerdere opzichten onnavolgbaar. Een stille man die bij zijn lunch in San Telmo of in de Amsterdamse Jordaan rustig een broodje met kip at en een kop mangothee met vier klontjes suiker opdronk. De grote inspirator van dansers als Miguel Zotto en vele andere tangueros die in de jaren 90 door hem werden opgeleid en op de wereldpodia te bewonderen waren.
Zijn collega en vriend was Pepito Avellaneda, die evenals Todaro een onverwachte doorstart maakte als 60-jarige tango-guru rond 1990. Beiden gingen plotseling de wereld rond als mythische dansers uit de naoorlogse jaren in Buenos Aires. Pepito was het tegendeel van Antonio, hij was een uitbundige, goedlachse danser die graag uitging, een goed glas bier dronk en de dames de vloer op zwierde. Het maakt niet uit welke muziek er opstond, wat voor dans er op de vloer gebeurde of wie hij in zijn armen had. Hij was een allesdanser die als kind al in de salons te vinden was wanneer hij er pizza’s bezorgde en bleef hangen om van de dansers en de muziek te genieten. Hij beantwoordde aan het antwoord op de klassieke vraag ‘wat is een tangodanser?’ Dat is iemand die overdag met zijn handen werkt en ’s avonds met zijn voeten. Daartussen zit een cambio de camisa, een schoon overhemd aan om een uur of acht in de ochtend en dan gewoon weer naar het werk. Hij is vaak in Nederland geweest, en was een feest om mee te maken, vooral zijn milonga-dansen met zijn vrouw Suzuki waren legendarisch.
In restaurant Tango in de Warmoesstraat zitten we rond 1990 te eten op een verhoogd gedeelte achterin de zaak. Na het dessert wordt er luide milonga-muziek opgezet en springt Pepito op tafel en tilt Suzuki naast zich tussen de borden en de glazen. Doordat ze beiden nogal klein zijn passen ze precies tussen tafel en plafond. Een onwaarschijnlijk virtuoos dansje tussen verbijsterde blikken en lege wijnflessen.
Twee legendes zonder wie de tango in Nederland niet zou zijn wat hij nu is. Een introverte, stijlvolle tangomagiër en een levenslustig dansbeest, die met hun kennis en plezier een onuitwisbare invloed hebben gehad op de Tango In Nederland.
Youtube video’s alle gefilmd door René Oey:
Diego de Falco en Natalia Hills 1989 (11-jarig danspaar opgeleid door Todaro en Avellaneda)
https://www.youtube.com/watch?v=f5ykHxUy0l8
Workshop Antonio Todaro in Amsterdam 1988 (deel I)
https://www.youtube.com/watch?v=BhKoWQHf63s&t=123s
Workshop Antonio Todaro in Amsterdam 1988 (deel II)
https://www.youtube.com/watch?v=iWoOfolVYtI&t=48s
Optreden Pepito Avellaneda in Argentijnse nachtclub
https://www.youtube.com/watch?v=18FQg-M0VM8&t=10s
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
30 april 2020
EL CHOCLO
(for English translation scroll down)
Eén van de bekendste en na La Cumparsita de meest gedraaide tango's is ‘ El Choclo’, (de Maiskolf), rond 1903 gecomponeerd en van tekst voorzien door Angel Villoldo. De herkomst van de titel wordt toegeschreven aan een nachtclubeigenaar, maar gaat in de oorspronkelijke tekst wel degelijk over de verrukkingen van de gele vrucht. Een zus van Villoldo beweerde dat de naam van het lied ontleend was aan de blonde kuif van een of andere pooier in de straat Lavalle. Mogelijk dat die herkomst ons doet beseffen dat de fallische vorm en formaat van een maiskolf- zeker in Latijns Amerika - al gauw een erotische associatie oproept.
En dat in de tijd dat de Tango nog geen geaccepteerde muzieksoort was in de nachtclubs. Het verhaal gaat dat Villoldo aan een bevriende orkestleider, José Roncallo, vroeg om het nummer voor de eerste keer voor publiek te spelen. Het antwoord was "Wat? Ben je wel goed bij je hoofd?"
De club 'El Americano' genaamd, was een sjieke club waar tout Buenos Aires acte de présence gaf. Er heerste destijds nog een taboe op het uitvoeren van tango’s in het openbaar, die alleen in de bordelen gespeeld mochten worden. 'El Choclo' werd uiteindelijk aangekondigd als een danza criolla, een exotisch dansnummer van onbestemde herkomst. Het was een groot succes, het publiek was laaiend enthousiast en of het nu wel of niet een tango was maakte niemand wat uit.
Het luchtige, puntige karakter zou het nummer zeer populair maken onder orkesten en zangers. De beroemde tangodichter Enrique Santos Discépolo zou er veel later (in 1947) een definitieve tekst bij maken.
In de jaren 50 stortten tientallen Amerikaanse zangers zich op het nummer en zetten allerlei vertolkingen op de plaat. Gloria Gibbs gooide er hoge ogen mee, maar het was vooral Louis Armstrong die met 'Kiss of Fire' tango, show music en jazz tot een aangenaam, pittig mengsel brouwde. Hij maakte het liedje veel minder braaf dan Gibbs, Dean Martin of Connie Francis en maakte er een passievol, zwoel nummer van.
Ook geweldig is de versie van Nat King Cole, een magnifiek zanger, maar wel met de slechtste Spaanse uitspraak ooit gezongen.
* Angel Villoldo https://www.youtube.com/watch?v=xFL1hIqqhag (1912, vroegste opname)
* Orquesta Típica Victor https://www.youtube.com/watch?v=oGurZz-eQzQ (oudste orkest-opname, 1929)
* Finse 78-toerenopname onder de titel 'Tudisuuldema' van Olavi Virta https://youtu.be/2p2dQBEU6Ws (1953)
* Louis Armstrong https://www.youtube.com/watch?v=gVxwN3Eaf_U (1955)
* Nat King Cole https://www.youtube.com/watch?v=yzj14epcyyo (1959)
* Nederbeat-formatie ‘The Jumping Jewels’ die het nummer in Shadows-stijl uitvoerden, https://youtu.be/pe4h79kD9as (1963)
* Tito Puente https://www.youtube.com/watch?v=G8zyn1YwfvM (curieuze salsa-uitvoering uit 1974, waar tango en salsa elkaar vinden, heel zeldzaam)
* Delinquent Habits https://www.youtube.com/watch?v=mX1xyxWkmw0
(US/Mexicaanse hiphop, 2001)
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
30 april 2020
EL CHOCLO
One of the best known and most played tango’s (besides La Cumparsita) is El Choclo, (The Corn), composed and put to words by Angel Villoldo in 1903. The origin of the title is contributed to the nickname of the owner of a nightclub (El American), but the lyrics tell us about the delight of the consumption of a corn fruit. However, we should not disregard the phallic shape and size that give the lyrics – notably in Latin America – an erotic association.
In those days Tango was not a widely accepted musical genre in the nightclubs. The story goes that Villoldo asked a friend, an orchestra leader named José Roncallo, to play his new song for the first time for a live audience. Roncallo answered : “What? Play that song? Are you nuts?”
El Americano was known for a large number of chique visitors from all over Buenos Aires. In those days playing tango’s was taboo, they were only allowed to be performed in brothels. ‘El Choclo’ was eventually introduced as a danza criolla, an exotic dance song of unknown origin. It was a big success, the crowd was enthusiast and whether the song was a tango or something else didn’t bother anyone.
The happy, jumpy character of the song made it very popular among orchestra’s and singers. The famous tango poet Enrique Santos Discépolo would change the lyrics in 1947 into what was called a definite text.
In the 1950’s dozens of American singers interpreted El Choclo, then titled ‘Kiss of Fire’. There was Gloria Gibbs who hit the number one spot in the US charts. And there was Louis Armstrong, who turned it into a happy, jazzy, juicy mixture. And there were crooners like Dean Martins, Connie Francis and especially Nat King Cole. A man with a velvet voice and at the same time the most terrible Spanish pronunciation ever recorded.
* Angel Villoldo https://www.youtube.com/watch?v=xFL1hIqqhag (1912, earliest recording)
* Orquesta Típica Victor https://www.youtube.com/watch?v=oGurZz-eQzQ (oldest orchestra recording, 1929)
* Finnish 78 rpm recording titled 'Tudisuuldema' by Olavi Virta https://youtu.be/2p2dQBEU6Ws (1953)
* Louis Armstrong https://www.youtube.com/watch?v=gVxwN3Eaf_U (1955)
* Nat King Cole https://www.youtube.com/watch?v=yzj14epcyyo (1959)
* Dutch band of the 1960´s called The Jumping Jewels played the song in Shadows-style, https://youtu.be/pe4h79kD9as (1963)
* Tito Puente https://www.youtube.com/watch?v=G8zyn1YwfvM (very rare salsa recording of 1974, tango meets salsa)
* Deliquent Habits https://www.youtube.com/watch?v=mX1xyxWkmw0
(US/Mexican hiphop, 2001)
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
2 april 2020
CARMEN.
Iedereen kent de beroemde opera van Georges Bizet uit 1875. In deze opera zit de befaamde Habanera, met de tekst die opent met 'L'amour est un oiseau rebelle...'
www.youtube.com/watch?v=KJ_HHRJf0xg
De Habanera, komt oorspronkelijk uit Cuba waar die rond 1840 is ontstaan. Men beweert dat de Habanera zijn oorsprong heeft in de Franse Contredanse en in Havana verder is ontwikkeld.
Één van de bekendste componisten aldaar was Sebastián Yradier (1809-1865), die vooral twee heel beroemde nummers, 'La Paloma' (1860) en 'El Arreglito' (1863) heeft geschreven.
Hier is een traditionele versie van 'La Paloma', een zeer populair nummer, denk ook aan Mireille Matthieu, Julio Iglesias en André Rieu.
www.youtube.com/watch?v=_dr6MtxmAuI
Maar we richten ons nu vooral even op de Habanera uit Carmen.
In onderstaande Youtube versie is het oer-thema goed te horen, met de zware nadruk op de eerste en in iets mindere mate, op de derde tel.
www.youtube.com/watch?v=ke1k_8TS7Mg
Bizet heeft dit thema letterlijk overgenomen en verwerkt in zijn opera.
Het nummer heeft in Argentinië eind 19e eeuw een flinke impuls aan de tango gegeven. Het oer-ritme van de tango zou voor altijd schatplichtig zijn aan deze fundamentele tango-vierkwartsmaat-indeling: EEN TWEE ÉN DRIE VIER - EEN TWEE ÉN DRIE VIER enz...
In Europa werd een fraaie Tango Habanera gecomponeerd door Kurt Weill (1934) als onderdeel van zijn opera Marie Galante met de titel 'Youkali'. Hier een versie uit 2017 van sopraan Barbara Hannigan.
www.youtube.com/watch?v=3unBXwN8Cy0
Eigentijdse nummers met die herkenbare Habanera-groove, die we ook vaak tijdens de lessen en salons draaien zijn:
'My Love' door de Nederlandse zangeres Kovacs (2014)
www.youtube.com/watch?v=M_kTSBqQkME
en
'European Taxim' door Marios Strofalis (2007)
www.youtube.com/watch?v=NrxbcE1k0rU
Allemaal Habanera's en allemaal Tango's...
Veel plezier bij het luisteren!
Liefs, Gabriëlle & René
TANGOTALKS
www.tangotalks.com